Wandelaars met Fitbit

Meer sportscholen of meer parken: hoe krijg je mensen in beweging?

In de VS lopen mensen net zoveel stappen dagelijks als in Mexico. Toch hebben Amerikanen veel vaker overgewicht. Hoe kan dat? Ligt het aan een ander voedingspatroon? Volgens een artikel in Nature zouden we eens naar iets anders moeten kijken: activity inequality, ongelijkheid in beweging.

Eerst even de cijfers: in zowel de VS als in Mexico lopen mensen gemiddeld 4.700 stappen per dag. Maar in Mexico heeft 18,1 procent van de inwoners ernstig overgewicht, terwijl dat in de VS 27,7 procent is. Huh?

Een factor die daarbij zou kunnen meespelen is iets wat je zelf misschien ook wel eens hebt opgemerkt: het is in de VS allemaal wat meer extremer. Terwijl een inwoner van Californië altijd met yogamatje onder de arm geklemd naar Whole Foods wandelt, ploft een inwoner van Wyoming meteen in de auto om comfortabel naar Wallmart te rijden. In de VS is een klein percentage van de inwoners extreem actief, terwijl de rest bijna niets doet. In landen zoals Mexico en Japan is het meer gelijk: iedereen zit rond het gemiddelde.

Datzelfde fenomeen zie je in de VS ook als het om eten gaat: de meerderheid propt zich vol met junkfood, terwijl een veel kleinere groep foodsnobs zich druk maakt over details. Zo moet het vlees absoluut afkomstig zijn van koeien die gras hebben gegeten (geen mais of graan!) en moet de watertemperatuur bij de Aeropress-koffiezetter tot op de decimaal nauwkeurig zijn. Ondertussen doen Mexicanen wat iedereen doet: de gebruikelijke Mexicaanse maaltijden, met af en toe een ongezonde snack. Maar iedereen zit dicht bij het gemiddelde.

Volgens de auteurs in Nature (computerwetenschappers Tim Althoff, Rok Sosič en Jure Leskovec van Stanford Unity hangt een hogere activity inequality samen met meer overgewicht. Je zou daarom niet naar gemiddelden moeten kijken, maar vooral naar ‘bewegingswoestijnen’, plekken waar mensen nauwelijks worden uitgedaagd om te bewegen. Woon je bijvoorbeeld in een buitenwijk, dan is het verleidelijker om altijd in de auto te stappen, ook voor korte ritjes, terwijl je in de binnenstad wel gedwongen bent om veel te lopen en het ook veel leuker en gevarieerder is om te bewegen. Je komt langs winkels en terrasjes, kunt een omweg nemen via een park en er zit op elke hoek wel een sportschool of health food-winkel.

Hoeveel bewegen mensen écht?

Een probleem waar onderzoekers tegenaan lopen, is dat het lastig te achterhalen is hoeveel mensen nou echt bewegen. Net als bij het rapporteren van voeding, zijn mensen daarin oneerlijk: ze laten een gebakje achterwege in hun voedingslogboek, omdat ze weten dat een arts of diëtist daarover gaat zeuren. Als je mensen vraagt hoeveel ze bewegen, dan zullen ze dat vaak iets aandikken: ze vertellen dat ze drie keer per week sporten, terwijl het in werkelijkheid maar één keer per week is. Ze zijn (in hun hoofd) wel degelijk van plan om drie keer per week iets te gaan doen, maar het komt er niet van. Je kunt data bij wearables-fabrikanten opvragen, maar dan krijg je alleen een beeld van mensen die toch al heel actief zijn. Deel je wearables uit aan een grote steekgroep van proefpersonen, dan zullen de inactieve mensen relatief vaak afhaken, waardoor je nog steeds geen betrouwbaar beeld hebt.

Computerwetenschapper Tim Althoff en zijn team op Stanford keken naar data van meer dan 700.000 mensen wereldwijd die de app Argus gebruiken. Ook die data zijn niet perfect, maar Althoff redeneerde dat het analyseren van automatische metingen altijd nog betrouwbaarder is dan handmatige rapportages door de mensen zelf. De gebruikers van Argus zijn over het algemeen actiever en gezondheidsbewuster dan de doorsnee bevolking. Ook zijn ze iets welvarender, want de app werkt alleen op (dure) iPhones. De onderzoekers liepen daardoor data mis over bevolkingsgroepen en landen met een laag inkomen. Toch geeft het een aardig beeld van de middenklasse in uiteenlopende landen, van China tot Canada.

Mij lijkt dat een prima insteek. Juist bij de (vaak grote) middenklasse heb je kansen om mensen gezondheidsbewuster te maken. Arme bevolkingsgroepen hebben wel wat anders aan hun hoofd, bijvoorbeeld zorgen dat er überhaupt eten op tafel staat.

Beweegvriendelijke steden

Wat bleek? In steden die prettig zijn om te lopen (veel parken en winkels op loopafstand) bewegen de inwoners meer en is er minder verschil tussen actieve en inactieve groepen. Dit geldt zowel voor arme als rijkere steden. Wel bleek er een verschil tussen mannen en vrouwen: mannen bewegen meer, vooral in steden die moeilijk beloopbaar zijn. Mannen die meer dan 10.000 stappen per dag zetten hebben minder vaak ernstig overgewicht dan mannen die maar 1.000 stappen op een dag zetten (namelijk 20% vs 30%). Maar zoals je ziet is het verschil vrij klein.

Bij vrouwen is dat effect veel groter: bij 1.000 stappen per dag hebben ze net als de mannen 30% kans op ernstig overgewicht. Maar als ze 10.000 stappen per dag zetten daalt dat percentage spectaculair tot 10%! Kortom: vrouwen zouden veel meer moeten lopen om overgewicht te voorkomen. Waar het aan ligt is nog de vraag, maar het zou misschien iets te maken kunnen hebben met de oncomfortabele schoenen die vrouwen vaak dragen, waarop ze niet zo snel vijf kilometer op een dag zullen lopen.

De onderzoekers probeerden ook te voorspellen wat er gebeurt als iedereen 100 extra stappen per dag zet. Daardoor zou overgewicht met 2,3 procent dalen. Maar als je de aandacht richt op inactieve mensen en ze dwingt om 500 extra stappen te nemen, is het effect veel groter: dan kun je ernstig overgewicht met 8,3 procent terugdringen! Kijk, daar hebben we wat aan.

Zoals je ook in mijn boek kunt lezen, kun je veel beter zorgen dat inactieve mensen in beweging komen. Als iemand die niet beweegt gaat sporten, heeft dat een veel groter gezondheidseffect, dan wanneer een actieve persoon nóg meer gaat sporten.

Conclusie: meer parkjes, niet meer sportscholen

Wat kun je uit het onderzoek concluderen? In ieder geval dat het weinig zin heeft om in een stad nog meer sportscholen te openen, in de hoop dat mensen dan wel gaan sporten. Wat veel meer effect heeft is om te zorgen dat steden beweegvriendelijker zijn. Zorg dat mensen niet midden in het centrum kunnen parkeren, maar een stukje moeten lopen. En zorg dat het dan ook leuk is om rond te lopen, met winkels, bankjes en andere voorzieningen.

Bronnen: