De Tour de France gaat van start en dat betekent 23 dagen en 3.500 kilometers dwars door steden en over bergtoppen. Het is de 105e editie van de Tour de France en er doen 22 teams en 176 renners mee, die de komende dagen 21 etappes gaan rijden. Er is genoeg data over de Tour de France, maar hoe zit het met de renners zelf? Fietsen ze gewoon maar een stukje en letten ze vooral op het klassement, of vinden er serieuze metingen met sensoren en wearables plaats. Technologie is vandaag de dag belangrijker dan ooit om te kunnen winnen.

Tour de France-technologie

Het bijzondere van wielrennen is dat de hulpmiddelen die de renners hebben, vaak ook te gebruiken zijn door een gewone renner. Zo zijn heel wat professionele wielrenners actief op Strava, waar ze het snelste segment proberen te pakken. Natuurlijk kunnen de teams ook beschikken over de data van hartslagmeters (€50 tot €150), sporthorloges (€100 tot €700) en fietscomputers. Teams die met Garmin werken kunnen dat uploaden naar Garmin Connect.

Vermogens- en hartslagmeters

Voor veel teams zijn de vermogensmeters het meest belangrijk, om de race goed te kunnen plannen. In combinatie met een hartslagmeter kunnen teams informatie krijgen over de Watts, cadans, afstand, tijd, snelheid en rondetijden.

Teams die gebruik maken van het merk Polar gebruiken bijvoorbeeld de Polar M460 fietscomputer (€180) of de Polar V650 (€220), maar de fabrikant staat vooral bekend als leverancier van hartslagmeters. Daarmee kunnen de coaches de Training Stress Score en de Intensity Factor aflezen, om te kunnen inschatten hoe zwaar een training was en hoe een renner erop reageerde. Als sporthorloge zou een renner dan een Polar V800 (€399) kunnen dragen. Met het horloge kan de hartslagvariabiliteit in de gaten worden gehouden. Daarnaast letten de teams ook op bloeddruk, slaapkwaliteit, stressniveau, gewicht en vochtbalans van een renner.

Parcours bekijken

Daarnaast is er nog iets veranderd: de voorbereiding. Met Google Street View kunnen renners alvast de lastige punten in een parcours bekijken en dankzij de opkomst van actiecamera’s kunnen ze op YouTube video’s zien van mensen die het parcours al eerder hebben afgelegd – op de fiets. Door al die data zijn de krachten in het veld wel veranderd: het gaat er niet meer alleen om wie het hardst kan fietsen, het snelst herstelt en de beste ploeg om zich heen heeft, maar ook wie het slimst met data kan omgaan. De teams uploaden hun data van bijvoorbeeld Garmin Connect en Polar Flow naar TrainingPeaks, een platform voor wielrenners, hardlopers en triatleten. Je kunt er gratis gebruik van maken via een app, maar voor de geavanceerde data-analyse heb je een abonnement nodig.

Belangrijk om op te letten zijn het vermogen, genormaliseerd vermogen, intensiteit, hartslag, cadans, hoe lang de renners in bepaalde intensiteitszones zitten, de training stress score en de variabiliteitsindex.

Team samenstellen op basis van data

Op basis van het parcours kan de teamleiding voor elke renner een individuele strategie bepalen. En het geeft ook de mogelijkheid om een team samen te stellen rond een bepaalde vedette. Sommige teamleden moeten de toprenner beschermen op winderige trajecten, terwijl andere weer ervoor kunnen zorgen dat hij op bergachtige stukken het snelst boven is en toch energie spaart.

Tegelijk is een touretappe voor een gedeelte onvoorspelbaar. Je weet van tevoren niet wat er fysiek met een renner gebeurt, maar ook het mentale aspect kan gaan meespelen. Renners zijn geen robots en een flinke smak op het asfalt kan ervoor zorgen dat een renner minder durf heeft. En dan is er ook nog het materiaal, dat het plotseling kan gaan begeven. Aan alleen data heb je niets.

Wil je meer weten of de Tour de France live kijken als je onderweg bent? Bij iCulture.nl vind je daarover meer info.

https://www.iculture.nl/gids/tour-de-france-iphone-ipad/