Ik gebruik nu al een aantal maanden een Apple Watch, maar wat ik nog niet had gedaan is het kalibreren van de Apple Watch voor mijn looptempo. Dat houdt in, dat je een paar keer met de Apple Watch en de iPhone minstens 20 minuten gaat hardlopen, zodat je in de toekomst de iPhone niet meer hoeft mee te nemen. Dat scheelt weer een groot apparaat, want zeker als je een iPhone 6 Plus hebt, laat je die liever thuis. Als het regent trouwens ook. Na afloop van een rondje Vondelpark sloeg ik de trainingsgegevens op en dat was het. Geen aansporingen (of goedbedoeld commentaar) van vrienden, geen mogelijkheid om te zien wat anderen hebben gedaan. Met de Apple Watch sta je er alleen voor.

Eigenlijk is dat vreemd, want Apple heeft met Game Center al een manier om prestaties uit te wisselen met vrienden, ook al gaat het daarbij om puntenscores van spelletjes. Met minimale moeite hadden ze dat kunnen uitbreiden naar sportprestaties op de Apple Watch. Het idee is namelijk hetzelfde (en het heet dan ook niet voor niets ‘gamification’): ranglijsten, uitdagingen, beloningen, alles wat je nodig hebt om mensen te motiveren bij het sporten, zit al in Game Center, inclusief de sociale component. Je kunt zien hoeveel je hebt gelopen, hoe lang je erover hebt gedaan en wat je hartslag was, maar het zou zoveel leuker zijn als je vrienden kunt uitdagen en statistieken kunt vergelijken. Nu is het een erg eenzame ervaring.

De fitnessfuncties van de Apple Watch zijn op zichzelf namelijk best handig. De Apple Watch zit altijd om je pols, dus je meet alle stappen die je zet. Dat is nauwkeuriger dan meten met een iPhone-app, want mensen lopen wel eens zonder iPhone naar de koffieautomaat, wc of supermarkt. Bij de Apple Watch mis je geen enkele stap. De sta-herinneringen zorgen ervoor dat mensen met een zittend leven eens wat vaker in beweging komen.

Het motiveert namelijk enorm als je weet wat anderen doen. Misschien heb je geen fysiek actieve mensen in je directe omgeving, maar als je ziet dat vrienden kilo’s zijn afgevallen en regelmatig even een rondje gaan rennen, krijg je ook zin om weer eens iets te gaan doen. Het stimuleert ongemerkt en als er ook nog wat competitie bij komt, kan het ervoor zorgen dat je steeds je doelen blijft verleggen: “Wat hij doet, wil ik ook kunnen!”

Fitbit, Jawbone, RunKeeper en alle andere fitnessmerken waarmee de Apple concurreert, doen dat wel, ongeacht of het nu gaat om fitnesstrackers of apps om fitter te worden. Met de Fitbit-app kun je je voortgang van de afgelopen week zien en mensen uitdagen. Wat Apple wel heeft, zijn awards die je kunt winnen als je bepaalde prestaties haalt. Maar ten eerste zien ze er nogal kil uit (het zijn een soort metalen ‘werpsterren’) en ten tweede kun je niet opscheppen tegen anderen hoeveel van die werpsterren je al hebt verzameld. Niet dat Apple erg goed is met sociale netwerken: Game Center krijgt nauwelijks meer aandacht van het bedrijf en voor gebruikers is het vaak niet meer dan een noodzakelijk kwaad: een icoontje dat standaard op de iPhone staat, maar waar je eigenlijk nooit in kijkt.